2 juli 2021 – De rechtskracht van de digitale handtekening
Overeenkomsten worden dagelijks gesloten. Steeds vaker gebeurt dat via e-mail. Daardoor kan de vraag gaan spelen of de overeenkomst wel rechtsgeldig tot stand gekomen is.
Zoals waarschijnlijk wel bekend, kan een overeenkomst als uitgangspunt mondeling tot stand komen. Echter: uit de wet volgt – kortweg – dat bepaalde overeenkomsten slechts “in schriftelijke vorm” geldig zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor de consumenten-koopovereenkomst.
Als zo’n overeenkomst vervolgens “langs elektronische weg” wordt gesloten, stelt de wet aanvullende voorwaarden, waaronder dat de identiteit van de contractspartijen met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld. Om deze identiteit vast te stellen moeten speciale handtekeningen worden geplaatst onder de overeenkomst. De wet onderscheidt drie soorten handtekeningen:
- de elektronische handtekening;
- de geavanceerde elektronische handtekening;
- de gekwalificeerde elektronische handtekening.
Enkel het derde type heeft zonder meer dezelfde rechtsgevolgen als een handgeschreven (“natte”) handtekening. In de praktijk wordt vaak gebruik gemaakt van “DocuSign”, als systeem voor het zetten van een digitale handtekening. Dat systeem voorziet niet in een gekwalificeerde elektronische handtekening. Uit verschillende gerechtelijke uitspraken is gebleken dat de via DocuSign geplaatste handtekening – door de rechter – als onvoldoende betrouwbaar is aangemerkt.
Nog even wat de consumentenkoop betreft: het is goed om te weten dat het over en weer via e-mail versturen van een ondertekend scandocument niet volstaat, om de overeenkomst tot stand te laten komen. Zo blijkt althans uit recente rechtspraak.
Voor overleg over de digitale handtekening en andere contractuele “dingetjes” ben ik graag bereikbaar.