23 april 2022 – Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden per 1 augustus 2022 (vervolg)
In het nieuwsitem van 7 april jl. ben ik ingegaan op de aanstaande Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden.
Per 1 augustus 2022 kan de werkgever enkel een beroep doen op een nevenwerkzaamhedenbeding als daarvoor een objectieve rechtvaardiging bestaat. Tegelijkertijd hoeft het (in de arbeidsovereenkomst opgenomen) beding zelf niet perse een rechtvaardigingsgrond te bevatten. De werkgever moet de objectieve rechtvaardigingsgrond aantonen op het moment dat hij een beroep doet op het beding. Dat kan dus ook achteraf. Het is op dit moment niet duidelijk of bestaande arbeidsovereenkomsten op dit punt moeten worden aangepast. Wat wel duidelijk is, is dat de werkgever vanaf augustus een – juridisch gezien – deugdelijke reden moet hebben om een nevenwerkzaamhedenbeding overeen te komen, om daarop in voorkomend geval succesvol een beroep te kunnen doen. Oftewel: het is sowieso verstandig om de tekst van het nevenwerkzaamhedenbeding kritisch te beoordelen, en goed te bedenken over of een dergelijk beding echt nodig is.
T.a.v. de andere wijzigingen is het volgende goed om te weten.
* Per 1 augustus 2022 vervalt de mogelijkheid om een studiekostenbeding op te nemen bij opleidingen die verplicht zijn gesteld op basis van de wet of toepasselijke cao. Dergelijke scholing moet kosteloos worden aangeboden door de werkgever. En: de met die verplichte opleiding gepaard gaande tijd wordt beschouwd als arbeidstijd, en moet in principe worden gevolgd tijdens (de overeengekomen) werktijd.
* Op dit moment bestaat voor de werkgever al een informatieplicht (op grond van artikel 7:655 BW) over onder andere de duur van de arbeidsovereenkomst, functie en salaris. Daaraan wordt per 1 augustus 2022 toegevoegd dat de werknemer schriftelijk en in ieder geval uiterlijk één week na aanvang van de werkzaamheden moet worden ingelicht over de belangrijkste aspecten van de arbeidsrelatie. Denk daarbij aan de door de werkgever geboden scholing.
* Tot slot wordt de Wet flexibel werken (Wfw) aangepast, ten gunste van de werknemer. Kortweg komt het er neer dat de werknemer de mogelijkheid krijgt om een vorm van arbeid met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden te vragen aan zijn werkgever. Vervolgens moet de verzochte arbeid(svorm) wel beschikbaar zijn binnen de onderneming van de werkgever.
Bij vragen over bovenstaande, of over het aanpassen van bestaande (model) arbeidsovereenkomsten, ben ik graag bereikbaar.