4 mei 2018 – Schoonmaakster blijft passief en handelt “ernstig verwijtbaar”
Algemeen bekend is wel dat van de werkgever veel wordt verwacht. Als een zieke werknemer vrijwel geheel passief blijft bij de re-integratie, en zelfs een (langdurige) loonstop de werknemer niet tot actie brengt, ligt een ontbindingsprocedure bij de kantonrechter voor de hand. Ook al wordt er geen loon meer betaald, zijn er meerdere redenen waarom een spoedig einde van de arbeidsovereenkomst dan gewenst is. Behalve dat een procedure de werkgever veel geld kost, moet de werkgever ook flink aan de bak, om de rechter te overtuigen.
Dit maakte ik mee bij mijn cliënte, schoonmaakbedrijf Blinck Schoon. Nadat we het lijvige ontbindingsverzoekschrift hadden ingediend, werd er een zittingsdatum bepaald. De betrokken werkneemster verscheen echter niet op de zitting, waardoor een nieuwe zitting werd gepland. In verband met deze tweede zitting had de rechtbank de werkneemster per aangetekende brief opgeroepen (en voorafgaand de adresgegevens gecontroleerd). Wederom verscheen de werkneemster niet. Uiteindelijk – op 25 april jl. – heeft de kantonrechter in Haarlem de arbeidsovereenkomst ontbonden, en zelfs geoordeeld dat de werkneemster “ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten”. Aan dit wettelijk vastgelegde criterium is doorgaans niet snel voldaan, zo blijkt uit andere recente uitspraken.
Dat sprake is van een bijzondere kwestie, blijkt wel uit het feit dat de uitspraak van de kantonrechter Haarlem gepubliceerd is op rechtspraak.nl:
Deze uitspraak, en vooral de motivering van de kantonrechter, geeft de burger – of beter: de werkgevers in Nederland – enige moed. Zie met name ook overweging 4.9 van de uitspraak.
Inmiddels is ook in de arbeidsrechtelijke literatuur de nodige aandacht aan deze uitspraak besteed. Voor vragen over de (juridische) aspecten van deze kwestie of vergelijkbare kwesties, die u aan de hand heeft, ben ik graag bereikbaar.