4 november 2018 – Ontslagrecht weer op de schop
Sinds de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) in 2015, hebben werkgevers en werknemers inmiddels aardig kunnen wennen aan het “nieuwe” ontslagrecht. Maar dat ontslagrecht lijkt nu zijn langste tijd alweer gehad te hebben.
Wilde het kabinet een aantal jaren geleden nog dat werkgevers sneller een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zouden aanbieden, om de werknemer zo meer zekerheid te geven, onder Rutte III is dat inzicht gewijzigd. Niet zo vreemd, omdat het voor werkgevers onder het huidige recht vrij lastig blijkt om iemand die voor onbepaalde tijd in dienst is, te ontslaan. Kortweg moet vast werk minder vast worden, zodat werkgevers op die manier minder risico lopen. Het idee is dus dat het straks aantrekkelijker wordt om een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan te gaan.
Als onderdeel daarvan is het ook de bedoeling om een proeftijd van maar liefst vijf maanden mogelijk te maken.
En wat gaat er veranderen met de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd? Wat Rutte III betreft kunnen langer tijdelijke contracten achter elkaar worden aangegaan. Nu geldt nog een periode van (totaal) maximaal 24 maanden, en het huidige kabinet wil dat dit weer – net als voor 2015 het geval was – totaal maximaal 36 maanden wordt.
Tot zover enkele voorgenomen veranderingen. We houden de ontwikkelingen in de gaten.