Hoe zat het ook alweer met algemene voorwaarden?
In een eerder nieuwsitem heb ik aangegeven dat bedrijven vaak druk zijn met de tekst van hun algemene voorwaarden (de beruchte “kleine lettertjes”). Natuurlijk is dat verstandig: veel voorkomende zaken moeten goed worden geregeld. Zo wordt een bepaling waarin de eigen aansprakelijkheid wordt beperkt vaak opgenomen in de algemene voorwaarden.
Maar: voordat in voorkomend geval een beroep kan worden gedaan op de (eigen) algemene voorwaarden, moeten ze eerst wel op de juiste manier van toepassing zijn verklaard.
Uitgangspunt is dat de algemene voorwaarden door aanbod (van de gebruiker) en aanvaarding (door de andere partij) onderdeel worden van de overeenkomst. Dat de andere partij de gelding van de algemene voorwaarden geaccepteerd heeft, wordt in de rechtspraak snel aangenomen. In de wet is bepaald dat zelfs als de gebruiker weet dat zijn contractspartij de algemene voorwaarden niet gelezen heeft, die partij toch gebonden is. Oftewel: het niet lezen komt als uitgangspunt voor rekening en risico van de andere partij, en dus niet van de gebruiker.
Tegenover deze snelle gebondenheid staat dat de andere partij de (gelding van) algemene voorwaarden kan vernietigen, als de gebruiker zijn informatieplicht heeft verzaakt. Duidelijk is dat vernietiging wel juridische actie vereist van de partij die het oneens is met de algemene voorwaarden.
In de praktijk blijkt het toch nog al eens mis te gaan met de toepasselijkheid van algemene voorwaarden, zeker nu steeds meer online wordt gecontracteerd. Feit is dat wanneer de – juridische – hobbel van de toepasselijkheid niet wordt genomen door de gebruiker van algemene voorwaarden, je niet toe komt aan de vraag naar de mogelijke vernietiging. De algemene voorwaarden vormen in dat geval immers geen onderdeel van de overeenkomst.
Voor nadere vragen over online en offline contracteren, en algemene voorwaarden, kan je terecht bij Erwin van Os.