Arbeidsrecht
Tijdens vakantie heeft een werknemer recht op zijn gebruikelijke salaris. De gedachte is dat de werknemer geen nadeel mag ondervinden van het opnemen van vakantie. Het “vakantieloon” – niet te verwarren met vakantietoeslag of -bijslag, in de volksmond vaak “vakantiegeld” genoemd – moet bestaan uit:
1) het vaste basissalaris, en
2) alle looncomponenten die “intrinsiek samenhangen met de taken die de werknemer zijn opgedragen in het kader van de arbeidsovereenkomst”. Zo blijkt uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Lagere rechters hebben verdere invulling gegeven aan het loonbegrip. Van de volgende looncomponenten is in de rechtspraak inmiddels geoordeeld dat deze in ieder geval behoren tot het vakantieloon:
- vakantiebijslag, vaste dertiende maand en vaste eindejaarsuitkering;
- provisie, winstdeling, prestatiebonus, en een bonus afhankelijk van het ondernemingsresultaat (mits de werknemer die ook ontvangt tijdens periodes dat hij niet werkt);
- overwerkvergoeding (onder omstandigheden);
- onregelmatigheidstoeslag en avond-, nacht en/of weekendtoeslag;
- ploegentoeslag, structurele operationele toelage en consignatietoeslag.
Of bijvoorbeeld het werkgeversdeel van de pensioenpremie deel uitmaakt van het vakantieloon, is onzeker.
ZZP-update
Op 4 februari jl. heeft de Belastingdienst een nieuwsbericht gepubliceerd, waaruit onder meer het volgende blijkt.
De Belastingdienst houdt toezicht op de arbeidsrelatie in het kader van de loonheffingen. Het kabinet heeft een handhavingsmoratorium ingesteld in afwachting van de nieuwe wetgeving voor het inhuren van zelfstandigen, dat in ieder geval geldt tot 1 januari 2021. De Belastingdienst handhaaft beperkt, maar vanaf 2020 zijn de mogelijkheden tot handhaven wel uitgebreid.
Vanaf 1 januari 2020 kan de Belastingdienst niet alleen handhaven als een opdrachtgever kwaadwillend is, maar ook wanneer opdrachtgevers na constatering dat sprake is van een dienstbetrekking hun werkwijze binnen een redelijke termijn niet aanpassen (in de meeste gevallen tot 3 maanden) na aanwijzingen van de Belastingdienst. Bij het niet opvolgen van aanwijzingen of als er sprake is van kwaadwillendheid, handhaaft de Belastingdienst. Aan het opleggen van correctieverplichtingen, naheffingen en zo nodig boetes, gaat altijd een zorgvuldige afweging vooraf. En waar het gaat om sectorbrede problematiek, wordt via de sectorspecifieke aanpak extra zorgvuldigheid geboden.
Tot zover. Voor vragen over arbeidsrecht of zzp-aangelegenheden (zie ook zzp-overeenkomst.nl) ben ik graag bereikbaar.